‘Huizen nog verre van energieneutraal’

Nederlandse woningen en gebouwen zijn nog ver verwijderd van de eisen uit het klimaatakkoord. Alleen Almere doet het goed.

‘Huizen nog verre van energieneutraal’

Nederlandse woningen en gebouwen zijn nog ver verwijderd van de eisen uit het klimaatakkoord. Van de vijftien grootste Nederlandse gemeenten heeft alleen in Almere de meerderheid van de gebouwen minimaal energielabel B. Alle andere gemeenten zitten daar ver onder, blijkt uit een inventarisatie van ingenieursbureau Sweco.

Energiezuinige woningen

Amersfoort en Utrecht doen het ook nog behoorlijk met beide ruim een derde woningen met minimaal een B-label. Beide steden hebben een redelijk grote nieuwe stadswijk waardoor het percentage energiezuinige woningen is opgekrikt. “Het is opvallend hoe ver we nog verwijderd zijn van de doelstellingen om gebouwen en woningen te verduurzamen”, stelt Vincent Jansen van Sweco.

Veel woningen C-label

Vrijwel alle grote steden hebben een grote hoeveelheid woningen met een C-label. Dit zijn woningen die in de jaren zeventig en tachtig zijn gebouwd. Uitzonderingen daarop zijn Amsterdam, Haarlem en Den Haag waar veel oudere woningen zijn. Ook Groningen en Nijmegen, die een relatief grote historische binnenstad hebben, scoren slecht.

Duurzaam warmtenetwerk

Toch kan de situatie snel veranderen. “Een duurzame bron voor verwarmen van de woning of gebouw kan snel leiden tot labelverbetering, naast isoleren en zonnepanelen. Van de 15 grootste gemeenten zijn 10 gemeentes op dit moment al voorzien van een relatief grootschalig warmtenetwerk, waarbij de meesten volop in ontwikkeling zijn voor uitbreiding en verduurzaming van de bron, zo stel Jansen,  “Ik verwacht dat deze ontwikkeling op korte termijn al zal leiden tot energielabel-verbeteringen bij alle gemeenten. Daarnaast is het van belang dat de overheid meer sturing geeft aan het verbeteren van de label-registratie, zodat nog meer inzicht ontstaat. Wij merken namelijk dat data analyses steeds belangrijker worden om de juiste strategie te kunnen kiezen en om voortgang te monitoren.”

Related Posts